lezing ds B Seelemeijer

Donderdag 23 januari om 20.00 uur
Gods menswording in een mantel van volksdevotie
DOE GAUW OPEN EN VRAAG HEM NAAR ZIJN NAAM
Een lezing over de bijna vergeten symbolische kracht van een evangelisch verhaal. Niet alleen verplichte kost voor december, maar in januari evengoed te verteren: Donderdag 23 januari om 8 uur in een vergaderzaal van de kerk.

Want oud, oud, zeer oud is het verhaal van Sint Nicolaas en we denken het allemaal te kennen. Moeiteloos noemen we de onderdelen van het verhaal: het paard, de mantel, de mijter, het strooigoed, de schoorsteen, de Pieten, het schoentje, de wortel, de zak, het speelgoed, het snoepgoed, de roe, de staf, de stoomboot en ga zo maar door. En vergeet de liedjes niet! Hoeveel kennen we er niet. Bijvoorbeeld: "Alles ziet die slimme Piet, zich vergissen kan hij niet"! Zo zingen we dat. Zo zongen we dat thuis bij de kachel. Totdat mijn moeder zei dat alleen God alles ziet en zich niet kan vergissen. En dat die slimme Piet echt niet alles ziet en zich natuurlijk best wel eens zal vergissen. Daarom zongen we voortaan: "zich vergissen doet hij niet". Hij kan zich wel vergissen, maar dat doet Piet niet. Piet is God niet, Piet is ook maar een mens, stel je voor zeg.

En daar zat wat in, want toen ik later meer over legendes en godenverhalen ging lezen, merkte ik dat we eigenlijk met twee soorten verhalen zaten. Het Sinterklaasverhaal is een prachtig theologisch verhaal over een goede en recht-vaardige God en over een daadwerkelijk geleefde christelijke bisschop die uitstekend pastoraat deed. Maar ik ontdekte ook, dat alle elementen van het verhaal een symbolische betekenis hebben, die steeds weer een verband aangaven met Bijbelse gegevens. De schoorsteen, de schoen, de wimpels, het paard, het dak, de maan, de bomen, de staf en de roe, daar valt over hun Bijbelse wortels veel meer over te vertellen.

​Maar voor nu stoppen we even, want als ik het goed heb hoor ik daar kloppen aan mijn raam. Het is een vreemdeling zeker, die verdwaalt is zeker, ik doe gauw open en ik zal naar zijn naam vragen. Jezus? (Mt.25:35) Dan doe ik zeker open, die wil ik graag in mijn leven en woning binnenlaten.
ds. B. Seelemeijer.